Geschiedenis Wit-Rusland
Al meer dan 25.000 jaar voor het begin van onze jaartelling leefden er stammen in het huidige grondgebied van Wit-Rusland. De eerste Wit-Russen vestigden zich in de 6e eeuw voor Christus. Enkele eeuwen later waren delen van Wit-Rusland eveneens bewoond door Slavische stammen.
In het jaar 862 wordt in een manuscript voor het eerst melding gemaakt van de stad Polotsk. In deze periode leefden in Wit-Rusland de Oost-Slavische stammen de Dregovitchi en de Polotsjanen. In de tiende eeuw deed het christendom haar intrede en werd in de tweede helft van deze eeuw het hertogdom Polotsk gesticht. Omdat het grondgebied van Wit-Rusland uit kleine vorstendommen bestond was het voor Litouwen eenvoudig om deze te veroveren.
In 1569 werden Litouwen en Polen een federale staat en ging Wit-Rusland hier deel van uitmaken. Aan het einde van de 18e eeuw kwam aan deze overheersing pas een einde, echter kwam het land nu te vallen onder de heerschappij van de Sovjet-Unie. In het jaar 1917 kreeg Wit-Rusland zelfbeschikkingsrecht en werd het als een afzonderlijke staat beschouwd. Dit was voor het eerst in de historie Wit-Rusland.
Echter enkele jaren later werd Wit-Rusland weer opgedeeld. Het westelijk deel ging in 1920 naar Polen en het overige grondgebied ging als deelstaat naar de Sovjet-Unie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt Wit-Rusland bezet door Duitsland. Deze bezetting duurde tot 1944. Toen werd het weer een deelrepubliek van de Sovjet-Unie. In het jaar 1945 werd Wit-Rusland lid van de Verenigde Naties.
De overheersing door de Sovjet-Unie duurde tot het jaar 1990. Op 27 juli 1990 werd de soevereine staat Wit-Rusland uitgeroepen, waarna het zich op 25 augustus 1991 onafhankelijk maakte van de Sovjet-Unie. De eerste presidentsverkiezingen in de historie Wit-Rusland werden gehouden in 1994 en gewonnen door de nog zittende president Aleksandr Loekasjenko.